Genieten van genoeg
Genieten van genoeg, een uitspraak van oud Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers. Een uitspraak die prima past bij het thema van dit nummer van Gaandeweg ‘Vieren en vasten’.
Het vasten wordt vooral in verband gebracht met de periode van de veertigdagentijd. Het vasten is dan voor een bepaalde periode die wordt afgesloten waarna weer wordt overgegaan tot de orde van de dag. Misschien een pleidooi voor een vorm van meer permanent vasten zonder dat het iets vermoeiends of het wat drammerigs wordt.
Je kunt wel eens verlegen zijn over de wijze van leven in Nederland waar we vier keer meer gebruiken dan de aarde aan kan. Die verlegenheid kende ik bij een ontmoeting in het najaar met James Lulé, bisschop van het Anglicaanse bisdom in Kajokeji, Zuid-Soedan. In de vorige bijdrage is hij in een ander kader al genoemd. In het gesprek brachten we het ter sprake met daarbij het feit dat Zuid-Soedan slechts 40% verbruikt. Ten opzicht van Nederland is dat 10%. Je voelt je dan ongemakkelijk. Wat blijft er over van alle mooie preken over gaven delen wereldwijd in de Nederlandse kerken, welke waarde hebben dergelijke verhalen en voelen we daarbij de verlegenheid en ook de schaamte naar christenen wereldwijd. Zij hebben part noch deel aan wat hen overkomt aan voortdurende droogte met als gevolg misoogsten. De bisschop lachte wat minzaam toen we er met hem over spraken, maar hij was echter te beleefd om er op dat moment wat over te zeggen.
Vragen over duurzaamheid en soberheid zijn niet alleen vragen die bij het diaconaat horen. Het stelt ook vragen bij de missionaire roeping van de kerk. Gedragen we ons als Westerse kerk als de rijke broer van de familie die het heeft gemaakt en af en toe een ‘tientje’ over de schutting gooit voor het ‘arme’ Afrika. Soms is het als Westerse kerk confronterend om in deze spiegel te kijken. Laat kerken en landen die het slachtoffer zijn geworden van natuur- en andere rampen zelf bepalen wat er nodig is en laat hen zo als volwaardig familielid van de wereldwijde kerk meedelen in waar wij soms te veel van hebben. De boodschap van redding en heil wordt zo concreet en blijft niet hangen in alleen maar een mooie liturgie.
Goed is hierbij om eens niet een keer in de leer te gaan bij de theologie, maar ook eens bij de economie. In november 2023 was op het Diaconaal Beraad van het Diaconaal Platform Matthias Olthaar te gast. Hij is een jonge christeneconoom en docent en vormt o.a. samen met Paul Schenderling de organisatie ‘Genoeg om te Leven’. Zij zijn een beweging die streeft naar een vreugdevoller leven binnen de draagkracht van de aarde. Tijdens de lezing merkte hij naar aanleiding van Jesaja 5 vers 8, ‘’Wee hun die huis aan huis trekken, en veld aan veld voegen, tot er geen plaats meer over is, en alleen u in het midden van het land gevestigd bent’ het volgende op.
In de oudtestamentische Bijbelse tijd was er ook al sprake van scheefgroei. Tot de tijd van koning Uzzia was de landbouw ingericht volgens de normen van de Thora. Er was een systeem waarin verschillende gewassen werden verbouwd. De landbouw en de veeteelt waren zo ingericht dat ook in schaarse tijden er voldoende middelen van bestaan waren. Ook bleef de grond volgens de normen van de Thora in de familie en werd de grond in jubel- en sabbatsjaren braak gelegd om te herstellen.
In de tijd van Uzzia opende Juda haar economie vanuit het zuiden en het westen voor de handel. De landbouw ging hierbij op de schop. Er werden andere producten verbouwd. Meer luxe zoals dadels en vijgen. Er werd meer geproduceerd voor het buitenland en niet meer alleen voor de binnenlandse behoefte.
Dit had de nodige repercussies voor de landbouwers van die tijd. Als oogsten mislukten moesten zij nu geld lenen. Daarbij werd het land dat eeuwenlang in de familie was geweest als onderpand gegeven. Vaak konden ze het niet terugbetalen waarna ze hun land kwijt raakten en dagloner werden. Zo kwam er een scheiding in de welvaart en werd er meer en anders verbouwd dan waar behoefte aan was. Er ontstonden rijke grootgrondbezitters en arme dagloners. De grootgrondbezitters wilden het maximale uit hun grond en arbeid halen. Hiertoe werden de dagloners uitgebuit. In Zijn tijd was Jezus bewogen met mensen die werden uitgebuit en niet kregen waar zij recht op hadden.
Niet om belerend of moraliserend te zijn, het is wellicht heilzaam voor een ieder persoonlijk en als wereld om weer nauwkeurig te luisteren naar Gods geboden in de Thora, de eerste vijf boeken van Mozes. Geen versleten geboden, maar soms akelig actueel.
Wim van Ree, diaconaal consulent
Meer blogs
Diaconale overpeinzingen aan het eind van 2020 en begin 2021
Aan het begin van het jaar begonnen we met veel optimisme. Ook zo’n mooi getal 20-20. Het jaar van misschien een omslag en nieuwe mogelijkheden.Aan het begin van het jaar was corona letterlijk en figuurlijk nog ver ons bed. Medio maart werden we op de feiten gedrukt. Het coronavirus bereikte ons land en onze stad.Ondanks…
Hoe kijk je naar jezelf, wie ben je?
Bij de vraag van de redactie om voor deze uitgave van Gaandeweg weer een bijdrage te schrijven kwamen er wel een paar uitdagende vragen in het vizier. Het gaat daarbij o.a. over de huidige problematiek en maatschappelijke ontwikkelingen waarbij boeren, burgers en buitenlui demonstreren en opkomen voor betere omstandigheden. Een vraag die bij de redactie…
Blog week 10 – diaconaal consulent
Afgelopen week werd bij een bijeenkomst van het Diaconaal Platform de handreiking ‘Eenzaamheid en kerk’ gepresenteerd. De handreiking is het resultaat van een jaar lang bezinning van het Diaconaal Platform over dit onderwerp. Het is een handzaam en praktisch geheel geworden. Papier is geduldig, maar wat gebeurt er concreet. Zo af en toe komen we…